Inloopochtend 4 februari Inloopochtend 4 februari

Met een grap opent Piet deze snertochtend officieel. Er wordt gelachen. Dan is er koffie met iets erbij. Huib is 86 geworden en trakteert op cake. Hij is al ‘een behoorlijke stuit in ons midden’, aldus Piet. Samen met Ilde en Mieke deelt hij koffie rond, geholpen door onze kosters Jannie en Ad. De stemming is opperbest. De meesten zijn trouwe bezoekers van de maandelijkse bijeenkomst. Een mevrouw naast me vertelt, dat zij hier al zeven jaren komt en sinds het overlijden van haar man zijn deze ochtenden voor haar nog belangrijker geworden: ze komt voor de contacten. En het zijn niet alleen de leden van de Hervormde kerk die hier komen, nee, iedereen is welkom, weet ze. Die hartelijke sfeer blijkt ook even later als ik Mieke bezig zie. Zij controleert met een namenlijst wie van de trouwe bezoekers aanwezig zijn. Wie verzuimt, mag rekenen op de aandacht van de organisatie. Ongemerkt ouder worden lukt hier niet: met je verjaardag krijg je een felicitatiekaart in de bus namens de bezoekers van de inloopochtend.
Na het tweede kopje koffie is het tijd voor een quiz, ditmaal een die bestaat uit plaatjes die op cryptische wijze een bestaand Nederlands woord verbeelden. Er mag gelukkig in groepjes gewerkt worden. Het valt niet mee; sommige plaatjes stellen de bezoekers voor raadsels. Er wordt druk overlegd maar ook gespiekt bij andere groepen. Bij een afbeelding van een mannetje met wel heel vreemde oren stelt een groepje dames vast, dat het woord wel met het gehoor te maken moet hebben. ‘ Dat mot jie wel weten,’ richt een vrouw zich tot een groepslid, ’want jie ben zo dôôf as een aerepel.’ De aangesprokene reageert niet, waarschijnlijk verstond ze het niet. Als Piet tenslotte met de goede antwoorden komt, wordt gejoeld als een antwoord goed blijkt en soms geprotesteerd als een alternatief antwoord beter lijkt. Na de quiz is er nog tijd voor een gezellig praatje met elkaar. Een man die hier voor de eerste keer komt, bevalt het hier wel, al had hij graag om elf uur een borreltje gehad, grapt hij.
Rond twaalf uur komt dominee Deventer met zijn vrouw de bijeenkomst opluisteren. Dan komt ook Pieter van Cederhof met een kar vol rinkelende soepkommen en een reuze pan erwtensoep de kerk binnen. Er zijn ook broodjes kroket en nog een toetje, laat Ilde zien. Er kan gegeten worden, maar eerst vraagt de predikant een zegen over de maaltijd.
‘ Wat een warmte op zo’n maandagochtend bij zo’n inloopochtend,’ denk ik als ik even later in de gure februariwind fiets. ‘En wat een mooie manier om zo in die gastvrijheid iets van de liefde van God te laten zien.’
Jan de Vries
 
terug