Tenslotte Tenslotte
Soms verbaas ik mijzelf. Bijvoorbeeld waarom dat niet-mogen-zingen als gemeente me zo diep en pijnlijk trof, immers: ik houd niet van zelf zingen, ik kan niet goed zingen, zowel qua toonvastheid als qua stembandgebruik, en toch.. Om in een eredienst je te bevinden in a.h.w. een bubbel van zang, een koepel van klanken een sfeer van meer-dan-het-gewone dat kan niet gemist, althans dat  ervaar ik als een schrijnend gemis. Ik kom niet uit een gezin, waar thuis gezongen werd (mijn vader zong wel. In een koor en in zijn wekelijkse kerkgang)., Ik herinner me nog goed hoe het voelde toen ik eenmaal zelf gelovig geworden naast hem in de kerkbank zat, waar hij tot dan toe als enige van ons gezin zat, en we samen zongen, met stemmen zoals wij die thuis niet of nauwelijks gebruikten. De magie, beter nog het geheimenis van het zingen. En ook wanneer ik zelf niet meedoe, ervaar ik dat nog en mis ik het dus nog. Wat me ook verbaast, is de moeite die ik heb met een alleszins logische bezoekregel: reserveren, vragen naar de gezondheid, etc. Wij zongen thuis niet , maar – en dat vooral via mijn moeder – hadden een altijd gastvrij openstaande deur. Mensen hoefden niet op te stoep te blijven staan, niet van tevoren te bellen voor een afspraak. En ook dat ervoer ik in de kerk als een warme deken: de gastvrijheid en vooral in een kerk als de onze de avondmaalsgastvrijheid. De huidige, nogmaals: logische, verstandige en ons opgedrongen regels kan ik maar niet anders beleven dan als kil en ongastvrij. Het “U bent welkom..” ligt gevoelsmatig te dicht bij “.. maar u niet.” Mijn vader ging als enige naar de kerk, later, in mijn studententijd ging ik met hem mee, met in gedachten onze gedeelde hoop, dat ook mijn moeder en jongere broer en zus dat ooit ook eens zouden gaan doen. De kerken zoals wij dat nu gedwongen worden te zijn, lijken – als ik met hun ogen kijk - meer voor de incrowd, de happy few te zijn. Dat zal natuurlijk voor niemand en voor geen kerk de bedoeling zijn, maar zo voelt het wel. Kortom: Wat moet, dat moet, maar wit en goud in het liturgisch centrum en een vrolijk hart moeten – voor mij - nog even wachten.
Tot die tijd  blijft dit – dankzij internet - mogelijk: Tot zondag. Ds. L.C.P. Deventer
terug