Tenslotte Tenslotte
Tenslotte
“Onze economie kan wel een stootje hebben.” Premier Rutte en bijv. ook president Trump spraken in deze trant. Dat zal misschien qua geldhoeveelheid wel kloppen, maar een klein beestje, dat met het blote oog niet eens is te zien stort de hele wereldeconomie in chaos, zet het door A.H. aanvankelijk geadverteerde en later door premier Rutte afgeraden “ha”-amsteren!” (een positief gevolg van alle onrust is wellicht dat deze irritante en stupide reclame wordt afgeserveerd) in gang, houdt theaters en, musea gesloten en ons mensen in angstige spanning. Onze militaire en economische en industriële en wetenschappelijke macht wordt ter discussie gesteld door één virus. Hier licht de diepe zin van het gebed, van de omgang met God, persoonlijk en gezamenlijk op. Niet alleen als een daad van vertrouwen op en verwachting van Hem, maar ook als één van verzet tegen de omstandigheden.Die van de ziektedreiging en die van het ongeloof.  Het “laten bij alles uw wensen en smekingen met dankzegging..” uit Filip. 4 en het “..zelfs indien niet..”uit Daniël 3.  wordt wakker en richt zich op. Wie is nu tenslotte de Heer van de wereld, wie de Almachtige, wie de Barmhartige, wie onze Vader in de hemel, wie onze Heiland? En wie zal ons dat blijven vertellen, voorhouden, leven en vieren? Is dat niet de grote en grootse taak van de Kerk. Wie zal bidden voor de slachtoffers, de nabestaanden, de artsen en wetenschappers, de zorgverleners, de onderwijzenden? Is ook dát niet een grote en grootse taak van de Kerk. Van ds. H.J. de Groot wordt verteld dat hij ooit op een vergadering van de kerk over haar politiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid, waar de emoties hoog oplaaiden, opstond en iets zei als; De politicus zegt: “ik werk voor het land”, de soldaat zegt; ”ik vecht voor het land”, een ds. zegt: Ik bid voor het land” en dat hij daarna weer ging zitten. Het schijnt dat die vergadering een andere wending heeft genomen. Wij zien onszelf (het hamsteren uitgezonderd) graag als een nuchter volkje en dat zal best kloppen. Maar ooit waren wij ook een gelovig volkje (de prachtige Hervormde uitdrukking uit de 19e eeuw was “een gedoopte natie”) en dat lijkt grotendeels voorbij. Wellicht en hopelijk kan onze machteloosheid-van-nu ons en ons volk weer in de richting van God wijzen. Onze kerntaak, onze grote opdracht is toch de lof aan God, het gebed tot God en verkondiging van Jezus. Daarom zal dat in welke vorm dan ook, iedere zondag in onze kerk plaats vinden. Desnoods met alleen een voorganger en de internetverbinding. Daarom, ook nu, als altijd: tot zondag, hetzij in de kerk, hetzij via de internetradio.. Ds. L.C.P. Deventer
 
terug