Tenslotte
Tenslotte
Helden worden ze genoemd – en terecht – de mensen in de vitale beroepen, die gewoon hun werk bleven doen, zelfs, zoals nu blijkt – met vaak onvoldoende middelen. In de politiek sprongen er voor mij twee uit: Martin van Rijn, de PvdA’er die op persoonlijke titel het kabinet instapte om de minister Bruno Bruins te vervangen. Dit diende geen enkel politiek en persoonlijk belang, maar gebeurde met het oog op de ernst van de crisis voor Nederland. En premier Mark Rutte, niet alleen voor de kalmte, die hij bleef uitstralen voor de standvastigheid in het beleid, ook al wordt daar – maar dat gebeurt altijd – nu weer door sommigen kritiek op geleverd. Vooral bewonderenswaardig vind ik de manier waarop hij omging met het sterven van zijn moeder. Hij hield zich aan de RIVM-normen en bezocht haar niet in het tehuis waar ze zat, behalve begreep ik haar sterfnacht. Waar regeringsleiders zoals president Trump allerlei regels aan hun laars lappen en premier Boris Johnson zijn vader en zijn adviseur laat wegkomen met hun gesjoemel, springt het gedrag van premier Rutte eruit. Het echte leiding geven is toch als eerste je aan de regels houden. Ik ben zelf geneigd de grenzen van de regels wat op te zoeken (wat overigens nog geen overtreden van de regels is), maar dit voorbeeld van premier Rutte , juist in vergelijking met het gedrag van zoveel anderen heeft mijn denken hierover zeker beïnvloed. Met een regel eens of oneens, waarover in kleinere kring gediscussieerd kan worden, juist als leidinggevenden die opvolgen geeft een sterk signaal. Dat er naast de bindende richtlijnen ook al of niet dringende adviezen zijn geeft de ruimte om binnen de regels te variëren. Wel is het goed, dat er nu gekeken wordt naar wat er goed en wat er fout gedaan is, m.n. wat het personeel van zorginstellingen betreft. Maar als nu blijkt dat ten onrechte dat personeel niet vanaf het begin is aangeraden een mondkapje te dragen, dan zegt dat nog niets over bijv. wel of niet zingen. Een vergissing op gebied a) betekent niet automatisch dat ook op gebied b) en c) etc, fouten gemaakt worden. Wat dit alles voor de Kerk en de kerken betekent is nog niet duidelijk. Moet er gezocht naar nieuwe vormen van kerk-zijn. Meer virtueel, meer individueel. De laatste maanden waren we gedwongen als gemeente een soort tv- en radiogemeenschap te vormen. Moeten we dit uitbouwen? Of juist niet? Kan het naast elkaar bestaan, een gemeente die zondags samenkomt naast een thuis(blijf)gemeente? Zo snel mogelijk van het telefonisch pastoraat naar het gewone huisbezoek, of juist uitbreiding van telefonische , omdat telefonisch contact over het algemeen minder lang duurt dan het persoonlijke? Hoe houd je elkaar vast en in welke mate moet en kan dit? Het zijn allemaal pittige vragen. En wat betekent het voor ons? Is het een aanslag op ons geloven? Ik houd me hieraan vast: God is in de hemel en wij zijn op aarde. Dat betekent dat God en geloven in Hem veilig is, ook als de aarde in gevaar is. En het betekent dat als de angst en de wanhoop en de onverschilligheid toeslaat, het gevoel dat je gevangen zit in je lot en je tijd, je omhoog kunt kijken en weten dat God ons ziet, jou ziet en wij (met het oog van het geloof) Hem. Dat breekt de eenzaamheid en geeft moed en uithoudingskracht. En blijft – met dankzij internet - mogelijk: Tot zondag. Ds. L.C.P. Deventer | ||
terug | ||