Tenslotte Tenslotte
De theoloog Tillich heeft gezegd: “Twijfel is niet het tegendeel van geloof, maar een bestanddeel ervan”. Bedoeld zal zijn dat God te groot is voor het menselijk verstaan. Zijn genade, Zijn liefde, Zijn wegen, Zijn spreken, Zijn zwijgen, Zijn handelen, Zijn beleid over ons bestaan gaan ons menselijk ons ons menselijk-geloofsmatig verstaan te boven. Wij kunnen God niet “doorhebben”, in onze denkachterzak, tot onze denkbeschikking. Het is juist deze twijfel, die dus niet zozeer een twijfel is aan het bestaan van God of Zijn betrekking op ons, maar aan onze mogelijkheid om Zijn bestaan te vatten (hoe zou de tijdelijke, zondige, beperkte, enkele mens, de Eeuwige, Heilige, Almachtige, Ene ooit kunnen opsluiten in het eindig aantal hersenwindsels dat wij hebben? Het is juist die vorm van twijfel, die ruimte schept voor echt vertrouwen, voor echte aandacht. Die vorm van twijfel, die prachtig is uitgedrukt in de NBG vertaling van 1951 waar de opgestane Jezus afscheid neemt van Zijn discipelen in Mt. 28: 17 “..allen aanbaden maar sommigen twijfelden.” Dat zal geen twijfel zijn aan Zijn opstanding, aan Zijn macht etc., maar een vorm van twijfel die ons in beweging houdt. Zoals – voor wie naar de Australian Open kijkt – zoals een tennisster bij het ontvangen van een service kan wisselen van standbeen juist om de service beter te kunnen opvangen. De twijfel dus, die ons ontvankelijk maakt en houdt. Is er dan geen zekerheid des geloofs? Natuurlijk, maar dat is iets anders, dat is dat God ons in Jezus Christus vastheeft en vasthoudt. zoals ik ooit op t.v. een reddingswerken een weggegleden bergbeklimmer zag redden door hen bij de polsen te pakken en veilig vast te houden. De bergbeklimmer kan – door uitputting – op zijn beurt de polsen van de reddingswerker nog maar zwakjes vasthouden. Dat “zwakke” vasthouden is ons geloofsantwoord op de vaste, veilige, eeuwige greep van God op ons wegglijdende leven. De zekerheid ligt niet aan onze kant, maar aan die van God: “Ik zal u niet geven, Ik zal u niet verlaten.” (Hebr. 13:5). De twijfel die bij geloven hoort is wls eht proeven dat bij het koken hoort: is het op smaak, moet er nog iets van iets anders bij,.. In de eredienst wordt dat ontvankelijke gezocht, geoefend en in practijk gebracht. Dat aanbidden met twijfel, dat heerlijk-raadselachtige geheimenis van het geloof. Daarom, als altijd: Tot zondag. Ds. L.C.P. Deventer
terug