Tenslotte Tenslotte
Voor mijn verjaardag kreeg ik een boek van Yval Noah Harriri, “ 21 lessen voor de 21ste eeuw”, Hariri is docent geschiedenis aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Grappig is dat zijn moeder en schoonmoeder resp. Pnina en Hannah (1 Sam. 1:2) heten. Door dit boek werd ik geconfronteerd met de vraag “wat is de mens?” en “heeft de mens een ziel?’ Na  alle mogelijke antwoorden op de eerste vraag te zijn nagegaan (geëvolueerd of geschapen zoogdier, afstammeling van Adan en Eva of van Lucy, zijn brein, denkend individu, verantwoordelijkheid dragend medemens bijv..) kwam ik tot de volgende omschrijving. Een mens is dat geschapen levend wezen, waarvan God in Jezus Christus de gestalte heeft aangenomen om ervoor en eraan te sterven, opdat en zodat het voor eeuwig behouden kan blijven. De reductie die tegenwoordig plaats lijkt te vinden (mens als enkeling) en de suggestie dat de herseninhoud van een mens en daarmee deze mens zelf gekopieerd zou kunnen worden en opgeslagen in een computer en die in een eventueel ander fysiek binomisch lichaam over te zetten en zo in principe eeuwig leven te geven zijn te weinig. Een mens is een relationeel wezen, het is niet goed dat hij of zij alleen zij en het relationele hoort wezenlijk bij hem. Allen al omdat er een vader en een moeder zijn, die hem hebben verwekt. En – maar dat is een zaak van geloven en beleven – een God die hem heeft geschapen. Wij horen niet alleen te zijn en wij zijn het ook niet, juist omdat God er is, en omdat in Jezus Christus ons vlees heeft aangenomen en Zich daardoor voor eeuwig met ons verbonden heeft. Het is – lijkt mij – één van de opgave van de christenen om zo in het leven te staan. Wat meer is dan evangeliseren. Ik heb het gevoel dat de wereld wanhopig op zoek is naar die relatie en dat zij in haar wanhoop van alles uitprobeert. G. K. Chesterton:  Sinds de mensen niet meer geloven in God, geloven ze in alles.  Heeft de mens een ziel? Ik zie niet goed in hoe dat ontkend kan worden.  Een lichaam is duidelijk: kun je aanraken.  Een geest ook: wanneer ik een ledemaat verlies blijf ik toch dezelfde geestelijke vermogens houden. En een ziel? Wanneer beide, lichaam en ziel ons gaan ontvallen, in de ouderdom dan blijft toch de ander volledig en volwaardig mens. Ik heb mijn demente moeder, ook toen zij niet meer wist wie ik was en wie zij zelf was en de greep op haar omgeving verloren had nooit anders dan als mijn moeder beleefd. En ik zou dat allerdiepste van een ander “ziel” noemen. En juist de idee  van schepping is, dat God wegen naar contact met de ziel heeft, die wij niet kennen en niet kunnen gaan, maar die wijd open wegen voor Hem zijn (Barth). En het is net dat, wat ons verhindert de tot op het bot verzwakte en verminkte mens als niet-meer-menselijk te zien.  Wat is de mens? Kom naar de kerk, bid, zing, vier het Heilig Avondmaal! en je kunt het weten. Heeft de mens een ziel?  Bid aan een sterfbed of voor een volledig dement mens, en soma kun je innerlijk meemaken, dat gebed lichaam en geest passeert om de ziel te balsemen. Als altijd: tot zondag.
 Ds. L.C.P. Deventer

 
terug