Tenslotte
Tenslotte
Tenslotte Wat heerlijk dat er weer gezamenlijk heilig avondmaal gevierd kan worden. Helaas nog niet één tafel in één dienst maar wel één tafel verdeeld over twee zondagen. Om die rdeen – ik schreef het al eerder-zullen de brekingswoorden op 23 augustus als volgt zijn: “het brood dat wij gebroken hebben” (in de viering van 16 augustus, maar dat wordt er niet bij gezegd). Het is natuurlijk maar vorm, maar wel vorm die iets wil uitdrukken. Heilig Avondmaal is meer dan een hapje brood en een slokje wijn. De heiligheid ligt niet alleen in het feit dat dit brood en deze wijn door Jezus zelf aan zijn dood gekoppeld zijn, maar ook dat wij – en dat eveneens door Jezus zelf (“drinkt allen hieruit!”) aan elkaar verbonden worden. De ene tafel is daarvan uitdrukking. Tijdelijk gebruiken wij hosties. Dat is ongezuurd brood en dat wordt dus niet oud. We zouden natuurlijk ook ons gewoonlijke witte brood kunnen gebruiken, maar dat moet dan een week in de diepvries en dat kan natuurlijk wel, maar dat voelt een beetje raar. Overigens wordt er over het Avondmaalsbrood verschillend gedacht. Er worden in de Bijbel twee woorden voor brood gebruikt: azumas (ongezuurd) en artos (gewoon brood, al of niet gezuurd) Jezus zelf vierde het op het Feest der ongezuurde (azumos) broden” (Mt. 26:17), maar Hij nam een gewoon brood (Artos), vs. 26. Grofweg kun je zeggen, dat de R.K. en de Anglicaanse Kerk met hun hostie, die bewaard moet kunnen worden ongezuurd brood gebruiken en de Oosterse, de Lutherse en de Reformatorische Kerken gewoon brood. Ik heb ooit in een Pinkstergemeente het voorstel gehoord om het met koffie en broodjes te vieren, maar dat is indertijd niet doorgezet. Is ook wel heel extreem “gewoon”. Het is dus een beetje een kwestie van noodzaak (bewaren) en smaak. Persoonlijk voel ik het meest voor gewoon brood, zoals ik ook in de dienst van voorbede en handoplegging “gewone” olie, (uit een supermarkt , niet gewijd o.i.d.) gebruik. Het is juist iets van het geheimenis van het geloof, dat het “gewone” bijzonder, het alledaagse heilig kan worden in en door Gods ogen. Gewoon water wordt doopwater, gewoon brood wordt avondmaalsbrood, een gewoon mens wordt een discipel en een broeder of zuster, de zondaar wordt heilig. Maar nu we het Avondmaal willen vieren met een week tussenruimte ben ik blij, dat we tijdelijk een beroep kunnen doen op wat in andere kerken gebruikt wordt, de hostie of ouwel. We hebben het ooit eerder, ten tijde van de Mexicaande griep gevierd met matses, maar die laten zich niet goed en gelijke stukken breken. In zekere zin gaat de kerk, iedere kerk gewoon door en tegelijk gaat zij ongewoon door. Op allerlei manieren wordt het gebed, het lied, de lezing, de verkondiging “gewoon” voortgezet, maar dan wel op ongewone manieren. Wanneer en of en hoe we weer kunnen terugkeren naar het normale, wat ook het bijzondere is, dat je er iemand naast (niet meer op veilige afstand) je zit, bidt, zingt, luistert en je weer gewoon iemand een hand, een schouderklop kunt geven wanneer iemand bij jou of jij bij iemand op de schouder kan uithuilen. Wat eens zo gewoon was lijkt nu bijzonder. Toch blijft dit -met en dankzij internet - mogelijk: Tot zondag. Ds. L.C.P. Deventer | ||
terug | ||